Column Olijfblad #1 2018

Vrijdag is luisterdag. Vrijdag is praatdag. Vrijdag is polidag.

Het spreekuur van een gynaecoloog-oncoloog is, anders dan de meesten denken, enorm afwisselend! Luisteren, vertellen, uitleggen, grapjes maken, terugkomen op eerdere verhalen die gedeeld zijn, geruststellen, babyfoto’s kijken van een kleinkind of mooier nog van een eigen kind na vruchtbaarheid besparende behandeling en samen opgelucht ademhalen. Maar natuurlijk ook samen bezorgd zijn over of de klacht niet toch veroorzaakt wordt door het terugkomen van de kanker, vertellen dat er echt geen genezing meer mogelijk is of vertellen dat er echt geen mogelijkheid is om na de behandeling nog kinderen te krijgen. Tussendoor nog een echo van een eierstok, een biopt van een baarmoedermond of een punctie uit een vergrote lymfklier en de dag zit er weer op. Is dat afwisselend of is dat afwisselend?

Dat is afwisselend. Maar er is meer dan afwisseling. Soms schuurt het. Dan is het alsof het bezoek aan de poli alleen maar spanning en stress brengt. Spanning die er niet hoeft te zijn omdat er geen enkelen reden is om te denken dat de kanker terug is. Stress die volkomen onterecht is omdat het juist zo goed gaat. Het leven na een jaar ziek zijn en een jaar van opknappen eindelijk weer soort van normaal is. Totdat die afspraak in de agenda verschijnt. Naarmate de week vordert en het bijna vrijdag is neemt de spanning en de stress nog een beetje toe. Op de 12e verdieping van de parkeergarage is het al bijna net zo spannend als in de wachtkamer. “Hij zal toch niets vinden, ik voel me zo goed, ik hoop zo dat hij niks vindt”.

Maar natuurlijk vind ik niks als het zo goed gaat, als er werkelijk geen enkele klacht is. Als het alleen maar steeds beter gaat, het gewone leven weer zijn of haar gangetje weer gaat, dan is er natuurlijk niks aan de hand. Na beetje small talk, paar specifieke vragen en een zorgvuldig lichamelijk onderzoek komen we dan samen tot de conclusie dat er er niks aan de hand is, dat de kanker nog steeds weg is. Een zucht van verlichting gaat door de kamer. Niks dan dankbaarheid valt mij ten deel.

Als ze dan weer de deur uit gaat, oprecht opgelucht voel ik me schuldig. Schuldig dat de routine controle haar zo lang, 1 week of soms zelfs 10 dagen, heeft bezig gehouden. Ze er wakker van heeft gelegen. Alleen omdat ze een afspraak op de poli had. Terwijl er geen enkele bijwerking of complicatie van de behandeling te bespreken was, er geen begeleiding meer nodig is met betrekking tot de verwerking of ondersteuning en er geen enkel symptoom was dat erop zou kunnen wijzen dat de kanker terug zou zijn.

Dat zijn de momenten dat de poli niet afwisselend is. Dan voel ik me schuldig. Dan neem ik me voor het op me te nemen de richtlijn voor de follow-up aan te passen. En onderzoek te gaan doen naar hoe de follow-up kan worden toegespitst op het individu. Vraag ik me af hoe ik eraan kan bijdragen die zinloze stress en spanning puur en alleen vanwege de controle te voorkomen. Maar eerst de volgende patiënt. De volgende patiënt van dat afwisselende spreekuur van de gynaecoloog oncoloog.